De grote en kleine bedevaart (Al Hadj en Umrah)

Soorten Hadj

Soorten Hadj
Hadj kan worden ingedeeld op basis van hoe de rituelen worden uitgevoerd en de woonplaats van de pelgrim. Er zijn drie soorten:
1. Hadj at-Tamattu‘
Verplicht voor degene die tussen zijn woonplaats en Mekka een afstand van 16 farsakh of meer (ongeveer 88 km of meer) heeft.
De pelgrim moet eerst ‘Umrah verrichten in dezelfde jaar tijdens de maanden van Hadj, omdat de ‘Umrah een onderdeel is van Hadj at-Tamattu‘.
De naam “Tamattu‘” betekent genieten of profiteren, vanwege de periode van ontbinding tussen de ‘Umrah en de Hadj.
2. Hadj al-Qirān
Verplicht voor de inwoners van Mekka en de nabije omgeving, binnen een afstand van 16 farsakh (ongeveer 88 km).
De pelgrim moet het offerdier (al-hady) meenemen tijdens de reis van de Miqat naar Mina.
In dit type Hadj zijn de ‘Umrah en Hadj verbonden in één intentie.
3. Hadj al-Ifrād
Ook voor de inwoners van Mekka en de nabije omgeving (afstand minder dan 16 farsakh).
Bevat geen ‘Umrah en geen offerdier, daarom heet het “Ifrād” (afzondering).
De pelgrim voert alleen de Hadj-rituelen uit zonder extra toevoegingen.
Hadj volgens juridisch oordeel: verplicht en aanbevolen
1. Verplichte Hadj (Hadj al-Wājib)
Wordt ingedeeld naar de reden van verplichting:
Hadj van de Islam: de goddelijke verplichting die slechts één keer in het leven verplicht is voor wie aan de voorwaarden voldoet.
Persoonlijke verplichting: door neder, belofte of eed op zichzelf gelegd.
Hadj namens iemand anders (Hadj an-Niyābah): door het inhuren van iemand om de Hadj namens jou uit te voeren.
Verplichting wegens het schenden van de Hadj: bijvoorbeeld door het overtreden van de regels tijdens de Hadj.
Kifā’ī verplichting: een plicht die, als iemand hem vervult, de verantwoordelijkheid van anderen opheft. Bijvoorbeeld het wassen en begraven van een overleden moslim.
2. Aanbevolen Hadj (Hadj al-Mustahabb)
Alles wat buiten de vijf hierboven genoemde verplichte soorten valt.
Bijvoorbeeld: extra Hadj’s bovenop de Hadj van de Islam, vrijwillige Hadj vóór de volledige voorwaarden voor verplichting, enzovoort.
Opmerkingen over terminologie
Tamattu‘: genoemd naar het “genot” tussen de ‘Umrah en Hadj, waarbij het gebruikelijke verbod tijdelijk is opgeheven.
Maanden van Hadj: Shawwal, Dhu al-Qi‘dah en Dhu al-Hijjah.
Qirān: betekent “verbinden”, omdat de pelgrim zijn offerdier van de Miqat naar Mina meeneemt.
Ifrād: betekent “afzondering”, omdat het zonder ‘Umrah en offerdier is.
Kifā’ī verplichting: een collectieve verplichting die vervalt voor anderen als iemand het uitvoert.
‘Ināni verplichting: persoonlijke plicht die alleen vervalt als de persoon het zelf uitvoert, zoals de verplichte gebeden.